Havenreglement

Haven- en huishoudelijk reglement

H A V E N-  E N  H U I S H O U D E L I J K  R E G L E M E N T 

 

HOOFDSTUK Ι – ALGEMEEN

Artikel 1 – Grondslag

Dit reglement is een nadere uitwerking van de statuten van WSV Den Osse en vindt zijn grondslag in artikel 28 van die statuten.

Artikel 2 – Begrippen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  1. jachthaven: het geheel van water, terrein, gebouwen en installaties in gebruik en onder beheer van WSV Den Osse;
  2. havenmeester: de door WSV Den Osse aangestelde havenmeester of zijn assistent(e);
  3. ligplaats: door uitrusting tot afmeren bestemd deel van de accommodatie;
  4. vaste ligplaats: de lidmaatschapsgebonden ligplaats;
  5. winterstalling: het tussen 1 oktober en uiterlijk 1 mei stallen van schepen op verenigingsbokken op de parkeerterreinen van de vereniging;
  6. algemene vergadering: de algemene vergadering van leden van WSV Den Osse;
  7. deugdelijk: wettelijk voorgeschreven c.q. genormaliseerd c.q. naar bestendig gebruik volgens goed zeemanschap;
  8. commerciële activiteiten: beroepsmatige bezigheden en/of uitingen m.b.t. handel, dienstverlening e.d., niet dienende het belang van de WSV Den Osse; i. wet: toepasselijke Nederlandse wet- en regelgeving;
  9. statuut en reglement: geldende statuten en regelingen van de WSV Den Osse.

Artikel 3 – Toepassingsbereik

Dit reglement is van toepassing op al het tot de jachthaven behorende water, het terrein inclusief erfafscheidingen en de diverse gebouwen en installaties en geldt voor leden en andere personen als genoemd in artikel 5 en 6 van de statuten, passanten en alle bezoekers.

Artikel 4 – Havenmeester

De havenmeester is belast met de dagelijkse goede gang van zaken in de jachthaven van WSV Den Osse en de vereniging.

Artikel 5 – Gedeeld eigendom

  1. Elk lid heeft ten minste één vaste ligplaats toegewezen gekregen in de jachthaven van WSV Den Osse (artikel 7 statuten). Omgekeerd kan per vaste ligplaats slechts één persoon als lid worden geregistreerd. Indien het eigendomsrecht op een vaartuig wordt uitgeoefend door meer dan één eigenaar, wijzen zij gezamenlijk één hunner aan als aansprakelijk vertegenwoordiger jegens WSV Den Osse, onverlet de hoofdelijke aansprakelijkheid van ieder van hen voor alle verplichtingen die kunnen voortvloeien uit de wet, statuten en/of dit reglement. De aldus aangewezen persoon is het lid als bedoeld in artikel 5 statuten; de overige eigenaren worden voor wat betreft hun rechten en verplichtingen gelijkgesteld aan gezinsleden (artikel 6 lid 3 en 4 statuten).
  2. Gedeeld eigendom dient gemeld te worden aan de secretaris of de havenmeester, onder opgave van de namen en contactgegevens van alle mede-eigenaren en wie als aansprakelijk vertegenwoordiger is aangewezen. Wijzigingen ten aanzien van het gedeeld eigendom dienen terstond aan de secretaris of de havenmeester te worden doorgegeven.
  3. Indien het lidmaatschap van de aansprakelijke vertegenwoordiger eindigt door overlijden, heeft één van de overblijvende eigenaren het recht als lid tot de vereniging toe te treden door aanmelding bij de secretaris of de havenmeester, mits de aanmelding gebeurt binnen zes maanden na het overlijden van de aansprakelijke vertegenwoordiger. Een zodanige aanmelding valt niet onder een eventuele ledenstop. Evenmin is het bestaan van een wachtlijst hierop van toepassing.
  4. Indien het lidmaatschap van de aansprakelijke vertegenwoordiger eindigt door opzegging, heeft één van de overblijvende eigenaren het recht als lid tot de vereniging toe te treden door aanmelding bij de secretaris of de havenmeester, mits (i) ten minste drie kalenderjaren zijn verstreken sinds de schriftelijke melding van het gedeelde eigendom aan de secretaris of de havenmeester en (ii) de aanmelding gebeurt vóórdat het lidmaatschap van de aansprakelijke vertegenwoordiger is geëindigd. Een zodanige aanmelding valt niet onder een eventuele ledenstop. Evenmin is het bestaan van een wachtlijst hierop van toepassing.

 

Artikel 6 – Betalingen

  1. Betalingen van contributies, ligplaatsgelden (inclusief éénmalig het entreegeld) en/of winterstalling dienen te geschieden binnen dertig dagen na ontvangst van de nota. Geschiedt betaling niet binnen dertig dagen, dan geldt een opslag van 5%. Voor een betaling die verricht wordt na 60 dagen na ontvangst van de nota geldt een opslag van 10%. Indien betaling niet na 90 dagen is verricht wordt het lidmaatschap namens de vereniging beëindigd en vervalt het recht op een ligplaats en wordt het vaartuig op kosten van het (voormalige) lid uit de haven verwijderd, een en ander onverlet de verplichting tot betaling van de betreffende nota.
  2. Het is niet toegestaan betaling van contributies en huur van de vaste ligplaatsen en/of winterstalling á contant te verrichten.

Artikel 7 – Bestuur

  1. De taakverdeling binnen het bestuur wordt met inachtneming van de bepalingen van de statuten en van dit reglement door het bestuur vastgesteld.
  2. Elk lid van het bestuur dient binnen een maand na zijn benoeming een Verklaring Omtrent Gedrag te overleggen die is toegespitst op de functie die hij binnen de vereniging gaat vervullen. Het bestuur stelt ten minste vijfjaarlijks een bestuurlijke leidraad op als bedoeld in artikel 29 statuten. Bij de uitvoering van de taken door het bestuur hanteert het bestuur de bestuurlijke leidraad als leidraad. Het bestuur beoordeelt jaarlijks of de bestuurlijke leidraad moet worden geactualiseerd.
  3. Handelingen, welke aan de vereniging geldelijke verplichtingen opleggen en een bedrag van € 5.000 te boven gaan worden door geen van de bestuursleden verricht dan na daartoe door de overige bestuursleden of bij meerderheid daarvan verleende toestemming.
  4. Voor het doen van betalingen tot € 5.000 per gebeurtenis is de handtekening van de penningmeester voldoende. Voor het doen van betalingen tussen € 5.000 en € 50.000 is naast de handtekening van de penningmeester de handtekening van nog een ander bestuurslid vereist. Voor het doen van betalingen van € 50.000 en meer is naast de handtekening van de penningmeester de handtekening van nog twee andere bestuursleden vereist.
  5. Ten behoeve van het bestuur sluit WSV Den Osse een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering die de aansprakelijkheid van de bestuursleden adequaat beperkt.

HOOFDSTUK Ι Ι– LIGPLAATSEN

Leden

Artikel 8 – Vaste ligplaatsen

Vaste ligplaatsen (te weten: een box of een plaats op het jollenveld of de dinghy-steiger) zijn statutair voorbehouden aan [1] (jeugd)leden van WSV Den Osse.

 

Artikel 9 – Toewijzing

  1. Ligplaatsen en plaatsen op het jollenveld en de dinghy-steiger zijn gekenmerkt; toewijzing van een vaste (lig)plaats gebeurt door de havenmeester onder verantwoordelijkheid van het bestuur en aan de hand van de beschikbare ruimte in samenhang met afmetingen van (lig)plaats en vaartuig en de door het bestuur vastgestelde procedure voor ligplaatstoewijzing. Houders van een box in de jachthaven van WSV Den Osse hebben voorrang bij de toewijzing van een plaats op het jollenveld en de dinghy-steiger. De algemene vergadering kan besluiten om voor houders van een box in de jachthaven van WSV Den Osse een gereduceerd tarief te hanteren voor een plaats op het jollenveld of de dinghy-steiger. De korting blijkt uit de tarievenlijst.
  2. Aan houders van een plaats op het jollenveld of de dinghy-steiger die voor het eerst een box in de jachthaven van WSV Den Osse toegewezen krijgen, wordt 75 procent van het entreegeld (voor die box) in rekening gebracht.
  3.  Om een vaste (lig)plaats toegewezen te kunnen krijgen en daarover te kunnen (blijven) beschikken moet het betreffende (jeugd)lid een woonadres elders hebben. Dit woonadres dient te blijken uit de inschrijving in de Basisregistratie Personen dan wel uit een buitenlands bevolkingsregister.

Artikel 10 – Onderverhuur

Onderverhuur van de (lig)plaats is niet toegestaan.

Artikel 11 – Periode van afwezigheid

(Vaste) ligplaatsen die minimaal 48 uur aaneengesloten niet bezet (zullen) zijn worden als vacant aangemerkt; met het oog daarop is iedere houder of gebruiker van een (vaste) ligplaats gehouden datum van vertrek en – indien van toepassing – datum van vermoedelijke terugkomst door te geven aan de havenmeester.

 

Passanten

Artikel 12

Vacante ligplaatsen kunnen aan passanten – tegen vergoeding van vastgestelde tarieven – gedurende beperkte tijd ter beschikking worden gesteld, onverlet statutaire en/of reglementaire rechten van de (vaste) ligplaatshouder. Passantenopbrengsten uit vacante ligplaatsen komen ten goede aan de vereniging.

Artikel 13

Vacante ligplaatsen worden – in principe – voor 24 uur aaneengesloten (of indien toepasselijk: een veelvoud daarvan) aan passanten ter beschikking gesteld. Ontruiming van een ligplaats door een passant dient te gebeuren voor 12.00 uur ‘s middags.

Artikel 14

Ligplaatstarieven voor passanten worden, op basis van een vastgestelde prijs per strekkende meter, over de totale lengte van het vaartuig gerekend. In het ligplaatstarief is wettelijke toeristenbelasting en omzetbelasting inbegrepen.

Artikel 15

Door ligplaats in te nemen onderwerpt de passant zich aan de toepasselijke regelingen van WSV Den Osse. Die liggen ter inzage op het havenkantoor en staan op de website.

Winterstalling

Artikel 16

WSV Den Osse biedt in de periode tussen 1 oktober en 1 mei aan leden gelegenheid tot winterstalling op haar terrein en met haar winterstallingsbokken. Ten aanzien van deze winterstallingsactiviteiten gelden de volgende regels:

  1. Winterstalling van schepen is uitsluitend mogelijk voor vaartuigen van leden die een vaste ligplaats hebben in de jachthaven. Bij voldoende beschikbare plekken is winterstalling van schepen ook mogelijk voor vaartuigen van aspirant-leden.
  2. De periode van uit het water halen van schepen valt in oktober en november. Het moment van in het water leggen bepaalt het lid in overleg met het door WSV Den Osse geselecteerde kraanbedrijf, met in acht name van het bepaalde regel 3.
  3. Vaartuigen die na 30 april vanuit de winterstalling nog niet te water zijn gelaten, worden op last van de vereniging en voor rekening van het lid verplaatst naar een locatie buiten het terrein van WSV Den Osse.
  4. Vaartuigen voor de winterstalling dienen door het lid voor de wal bij het kraanbedrijf te worden afgemeerd.
  5. Voor het uitvoeren van schuurwerkzaamheden dient gebruik gemaakt te worden van schuurmachines met afzuiging. Het gebruik van (haakse) slijptollen is verboden. Onder het vaartuig dient bij schuur- en verfwerkzaamheden een zeil te zijn aangebracht om vervuiling van de parkeerplaats te voorkomen. Eventueel op en naast het zeil terecht gekomen verfschilfers dienen terstond te worden opgeveegd en in de chemicaliëncontainer te worden gedeponeerd. Het is verboden om afvalstoffen op het haventerrein of in het water terecht te laten komen.
  6. De werkzaamheden aan schepen in de winterstalling dient te worden gestaakt indien de wind krachtiger is dan 6 Beaufort. Werkzaamheden mogen uitsluitend gedurende daglicht uren worden uitgevoerd.
  7. Afgewerkte oliën, verfbussen, kwasten, accu’s en dergelijke kunnen in de chemicaliëncontainer in de desbetreffende afvaldrums worden gedeponeerd.
  8. In principe gaan vaartuigen op de wal met de mast er op. In overleg en tegen extra vergoeding kan de mast gestreken worden en in een mastenstelling worden opgeslagen.
  9. Uitsluitend in Nederland toegelaten verfmiddelen, inclusief aangroeiwerende verf, mogen worden toegepast.
  10. Het is verboden om als een vaartuig op een bok staat, de spindels te verdraaien zonder toestemming van de havenmeester.
  11. Alle bepalingen uit het haven- en huishoudelijk reglement zijn van toepassing op de winterstalling.
  12. De eigenaar blijft te allen tijde verantwoordelijk en aansprakelijk voor zijn schip, ook gedurende de winterstalling. WSV Den Osse is niet aansprakelijk voor eventuele schade ontstaan tijdens het in en uit het water halen en de verplaatsingen van het schip gedurende de winterstalling.
  13. In gevallen waarin niet is voorzien beslist de havenmeester.

Verenigingsgebouwen

Artikel 17

De verenigingsgebouwen zijn gedurende door het bestuur aan te wijzen uren voor de leden toegankelijk.

De toiletgebouwen zijn alleen toegankelijk middels een door de havenmeester beschikbaar gestelde (elektronische) sleutel.

De verenigingsgebouwen, de hierin aangebrachte voorzieningen en andere bezittingen van de vereniging dienen zorgvuldig en op rechtmatige wijze te worden gebruikt. Het bestuur zal schade ontstaan door onrechtmatig gebruik op de aansprakelijke partij verhalen.

HOOFDSTUK ΙΙΙ – VEILIGHEID EN ORDE 

Artikel 18

Een vaartuig met toebehoren (waaronder mede inbegrepen landvasten en stootwillen) dient altijd in goede staat te verkeren.

Artikel 19

Vaartuigen dienen deugdelijk afgemeerd te worden volgens algemeen gebruikelijke regels van goed zeemanschap.

Artikel 20

Indien het noodzakelijk blijkt in verband met de benodigde doorgang – bij het afmeren van c.q. het van de ligplaats verlaten – met het vaartuig dat landvasten van het naastliggende vaartuig losgemaakt worden is men gehouden deze landvasten direct na het genoemde afmeren c.q. het verlaten van de ligplaats weer deugdelijk vast te maken.

Artikel 21

Onder omstandigheden moet het afmeren langszij gedoogd worden, tenzij naar oordeel van de havenmeester gevaarzetting het gevolg zou zijn.

Artikel 22

Delen van het afgemeerde vaartuig (rondhout, preekstoel, e.d.) en/of toebehoren (bijboten, e.d.) mogen de lengtemaat van de ligplaats niet overschrijden, tenzij na overleg en met toestemming van de havenmeester. Ongeacht de lengtemaat van een afgemeerd vaartuig mogen geen van de delen van het vaartuig uitsteken boven de steiger. Bijboten te water mogen gedurende beperkte tijd, mits de ruimte toereikend is en geen hinder of gevaar te duchten valt, nabij het steigergedeelte van de desbetreffende ligplaats gemeerd worden. Indien het in dit artikel gestelde oneigenlijk toegepast wordt, zal alsdan de laatste zin luiden: … gemeerd worden, slechts na overleg met en toestemming van de havenmeester.

Artikel 23

Het is de houder en/of gebruiker van een ligplaats niet toegestaan zelf constructies, zaken (waaronder steigerfenders) of wijzigingen van enigerlei aard aan te brengen op/aan steigers en/of installaties c.q. gebouwen, e.d. Van deze bepaling kan de houder en/of gebruiker uitsluitend ontheffing krijgen na overleg met en schriftelijke toestemming van de havenmeester.

Verder gelden de volgende bepalingen:

  1. Modificaties aan steigers en steigerpalen van welke aard dan ook, zijn niet toegestaan.
  2. Onder het steigerdek ligt een stalen frame. Om roesten tegen te gaan is het stalen frame voorzien van een zinklaag. Deze zinklaag mag niet beschadigd raken, het is daarom uitdrukkelijk niet toegestaan om in de steiger te boren of te schroeven.
  3. Extra kikkers mogen alleen door het havenpersoneel geplaatst worden.
  4. Ophanghaken voor lijnen mogen niet aan de steigerpalen bevestigd worden.
  5. Opstapjes mogen alleen aan de boot, en dus niet aan de steiger bevestigd worden.
  6. Schotelantennes mogen alleen aan de boot, en dus niet aan meerpalen en steigers aangebracht worden.
  7. Stootwillen dienen uitsluitend aan de boot en niet aan de steiger te worden vastgeknoopt.
  8. Ligplaatsen kunnen desgewenst worden voorzien van steiger fenders en/of een ophanghaak voor landvasten. Om de eenheid in de jachthaven te bewaren zijn alleen een aantal gestandaardiseerde steigertoebehoren toegestaan. Informatie over de aanschaf en de bevestiging kan worden gekregen bij de havenmeester.

Artikel 24

Het is de ligplaatshouder en/of gebruiker niet toegestaan in de jachthaven

onderhoudswerkzaamheden en/of reparaties te (doen) verrichten zodanig dat hinder wordt veroorzaakt en/of dat schade wordt toegebracht aan zaken van anderen en/of gevaarzetting van enigerlei aard zou kunnen ontstaan.

Artikel 25

Zeilvaartuigen voorzien van mechanische voortstuwing dienen deze te gebruiken bij het in- en uitvaren van de jachthaven. Gebruik van de motor anders dan voor het in- en uitvaren van de jachthaven (bijvoorbeeld voor ‘stroomdraaien’), is verboden.

Artikel 26

Vaartuigen voorzien van mechanische voortstuwing door middel van brandbare stoffen evenals vaartuigen waar brandbare stoffen voor andere doelen aanwezig zijn moeten in voldoende mate voorzien zijn van deugdelijke blusmiddelen.

Artikel 27

Voor het gebruik van elektriciteit zijn aansluitingen (zgn. CEE form stopcontacten) op de steigers aanwezig. Per ligplaats is het benutten van slechts één aansluiting toegestaan. Gebruik van een dergelijke aansluiting is slechts toegestaan mits de volledige voorziening van het vaartuig daartoe voldoet aan de wettelijke en de gebruikelijke eisen ten aanzien van veiligheid. De verbinding tussen de aansluiting op de steiger en het schip moet uit één stuk bestaan (geen verloopstekkers of verlengsnoeren).

Artikel 28

Het is niet toegestaan de elektrische aansluitingen op het haventerrein en de steigers: a. te gebruiken bij een langere afwezigheid dan 24 uur en/of

  1. te belasten met een elektrisch vermogen groter dan 3000 Watt.

De havenmeester heeft de opdracht van het bestuur om bij constatering van overtreding van een deze regels de elektrische aansluiting van de betreffende ligplaats per direct volledig af te sluiten.

Artikel 29

De aan boord gebruikte gasflessen en -installaties moeten voldoen aan de wettelijke eisen. Verder gelden de volgende bepalingen:

  1. Flessen zonder de hiervoor genoemde goedkeuring of flessen waarvan keuring volgens de ingeponste datum meer dan tien jaar geleden heeft plaatsgevonden, mogen niet in het vaartuig aanwezig zijn.
  2. De toegepaste appendages, waaronder gerekend moet worden: afsluiters, drukregelaars, slangen etc., moeten van een goedgekeurd type zijn en niet ouder dan de aangebrachte vervaldatum.
  3. Het zelf vullen van gasflessen in de jachthaven is verboden.
  4. In vaartuigen aanwezige gasflessen dienen in een op de buitenlucht geventileerde bergplaats te worden bewaard; de ventilatieopeningen dienen zodanig gesitueerd te zijn dat vrijkomend gas zich niet in de bergplaats kan ophopen of met open vuur of vonken in contact kan komen.
  5. De aanwezigheid van LPG is niet toegestaan, tenzij een geldig keuringsbewijs overgelegd kan worden waaruit blijkt dat de installatie geschikt is voor het gebruik van LPG.

Artikel 30

De verenigingswimpel wordt hetzij in top van de (grote) mast, hetzij onder de bakboordszaling c.q. in het bakboordswant gevoerd. Het is wenselijk dat vaartuigen met een vaste ligplaats in de jachthaven van WSV Den Osse op goed zichtbare en duidelijke wijze scheepsnaam en thuishaven voeren.

Artikel 31

Het uitoefenen van commerciële activiteiten in de jachthaven is in beginsel niet toegestaan, behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van het bestuur.

Artikel 32

Het is in de jachthaven niet toegestaan:

a. het talud als trailerhelling te gebruiken.
b. zich te ontdoen van olie, vuilnis, afval, bilgewater, inhoud van chemische toiletten, etenswaren, gebruikte verpakkingen en verder alles wat het milieu kan verontreinigen, behoudens op/in de daartoe uitdrukkelijk bestemde plaatsen (containers, e.d.).
c. handelingen te verrichten die het milieu en/of de jachthaven kunnen schaden of verontreinigen. 
d. boordtoiletten te lozen.
e. huisdieren los te laten lopen en/of mee te nemen in verenigingsgebouwen en op het jollenveld/strandje.
f. drinkwater te verspillen.
g. hinderlijk lawaai te veroorzaken o.a. door b.v. klapperende vallen of rolrevers of anderszins.
h.  op de steigers te skaten, steppen of  te fietsen met uitzondering – indien noodzakelijk – van de havenmeester gedurende het uitoefenen van zijn/haar functie.
i. de steigers geheel of gedeeltelijk te blokkeren.
j. in de havenkom en het vaarwater te zwemmen.
k.goederen onbeheerd te laten liggen behoudens op de daartoe bestemde plaatsen.
l.sneller dan 5 kilometer per uur te varen.
m. hinderlijk rond te varen met bij-/volgboten voorzien van een buitenboordmotor.
n. generatoren voor de opwekking van elektriciteit te gebruiken.
o. op het jollenveld meer dan één boot per plek te leggen (stapelen is niet toegestaan).

 

Artikel 33

In de jachthaven gelden stilte-uren van 23.00 uur tot 07.00 uur. Gedurende deze periode is het eenieder verboden lawaai dan wel andere vormen van geluidshinder te veroorzaken.

 

Artikel 34

Trailers mogen uitsluitend op het haventerrein aanwezig zijn voor de directe aan- of afvoer van vaartuigen. Parkeren van trailers op het haventerrein is niet toegestaan, behoudens op daarvoor  aangewezen plekken.

Surfplanken, kano’s, e.d. dienen op de daartoe bestemde plaatsen opgeslagen te worden. Het parkeerterrein is uitsluitend bestemd voor het parkeren van voertuigen en niet voor overnachtingen beschikbaar. Kampeerwagens worden om die reden ook niet op het terrein toegelaten tussen 1 mei en 30 september.

Artikel 35

Auto’s dienen te worden geparkeerd in de daarvoor aangegeven vakken. Bij parkeren gedurende afwezigheid van het vaartuig van een lid gedurende een week of meer dient dit te gebeuren op de grote parkeerplaats.

Artikel 36

De havenmeester is gerechtigd alle goederen die zich ten onrechte in de jachthaven bevinden te (doen) verwijderen waarbij de kosten op de eigenaar of anderszins rechthebbende verhaald zullen worden, eventueel vermeerderd met gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten evenals wettelijke rente ten gevolge van het niet of niet tijdig voldoen van de ontstane vordering.

Artikel 37

In omstandigheden waarbij schade aan steigers, vaartuigen, gebouwen, installaties, voertuigen of andere zaken dreigt te worden veroorzaakt door de toestand of hoedanigheid van een in de jachthaven aanwezig vaartuig, voertuig en/of toebehoren en de eigenaar of anderszins rechthebbende niet aanwezig is c.q. kan zijn teneinde schade aan de eerdergenoemde zaken te kunnen voorkomen of beperken, kan de havenmeester maatregelen nemen om genoemde (dreigende) schade te voorkomen of te beperken.

Alle kosten zullen ten laste van de eigenaar of anderszins rechthebbende van het betreffende vaartuig, voertuig en/of toebehoren komen.

HOOFDSTUK ΙV – SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 38

De havenmeester is de eerstverantwoordelijke voor de dagelijkse gang van zaken in de jachthaven; het bestuur is de eindverantwoordelijke.

Artikel 39

Eenieder in de jachthaven is gehouden aanwijzingen van de havenmeester op te volgen.

Artikel 40

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist het bestuur.

Artikel 41

  1. Iedere eigenaar of rechthebbende van een vaartuig, voertuig en/of toebehoren dat zich in de jachthaven bevindt is gehouden ten minste voor wettelijke aansprakelijkheid verzekerd te zijn terzake van door zijn toedoen en/of door zijn vaartuig, voertuig en/of toebehoren ontstane schade.
  2.  Iedere eigenaar of rechthebbende verblijft met zijn vaartuig, voertuig en/of toebehoren volledig voor eigen risico in de jachthaven van WSV Den Osse. Leden, ereleden, aspirant-leden, gezinsleden [7] (inclusief daaraan gelijk gestelde mede-eigenaren), jeugdleden, begunstigers, passanten en bezoekers gebruiken volledig voor eigen risico (de voorzieningen in) de jachthaven van WSV Den Osse en de materialen van WSV Den Osse, en nemen volledig voor eigen risico deel aan de activiteiten van de vereniging. WSV Den Osse is, behoudens opzet of grove schuld, niet aansprakelijk voor eventueel ontstane schade.

Artikel 42

Bij niet-naleving van bepalingen in vigerende wet- en regelgeving, statuten en/of dit reglement kan het gestelde in de statuten betreffende schorsing van en ontzetting uit het lidmaatschap toegepast worden.

De statuten en de reglementen staan op de website van WSV Den Osse. Leden, ereleden, aspirantleden, gezinsleden, jeugdleden, mede-eigenaren, begunstigers, passanten en bezoekers worden geacht de inhoud van de statuten en de reglementen te kennen.

28 april 2022